Je bedrijfsadres
Compagniestraat 10 7826TB Emmen
Over bergen en heuvels op de modelbaan..
Over bergen en heuvels op de modelbaan..
..gaan we het in dit artikel hebben, zoals ik ze gemaakt heb op mijn N-spoorbaan “Tichelburg 1989”.
Mijn uitgangspunten.
Het thema van mijn modelbaan gaat uit van het fictieve stadje Tichelburg in Sachsen in de toenmalige DDR in het roerige jaar 1989. Daarover later meer in een apart artikel op deze site!
Het landschap is een glooiend middelgebergte dat Sachsen kenmerkt, hiervoor heb ik 3 methoden gebruikt die ik hieronder verder beschrijf met de voor-en nadelen hiervan. Voor het glooiende deel heb ik de open bouwwijze gebruikt.
De piepschuim methode.
Deze heb ik gebruikt bij de eerste 2 uitneembare delen, uitneembaar omdat daaronder wissels liggen die bereikbaar moeten blijven.
Die delen liggen los tussen spanten van de open bouwwijze, uiteraard zodanig dat de treinen en makkelijk onder doorkunnen.
Het uitneembaar zijn maakt het makkelijk ze op een werkbank te maken en af te bouwen.
Hierbij heb ik gebruik gemaakt van piepschuim dat in een triplex bak ligt en in vorm wordt gesneden met een hitte draad. Als je het met een mes snijdt levert het heel veel korrels op. Zo’n hittedraad had ik niet zelf zodat ik hem telkens moest lenen wat ik niet echt ideaal vond.
Nadat het piepschuim in vorm was gesneden kan je het verder modelleren met gips of Hydrofiber. Gips wordt snel hard, zodat je snel moet zijn om het verder te bewerken. Met Hydrofiber duurt het uitharden veel langer zodat je alle tijd hebt om het verder af te werken.
Hydrofiber maak je aan door water in een kom al roerend flink te vermengen met behangplaksel en daarna (ook veel) Hydrofiberpoeder al roerend toe te voegen tot dat een een geleiachtige substantie is verkregen. Dit breng je dan met plamuurmes of paletmes aan op je werkstuk. De bijgevoegde gekleurde lijm heb ik niet gebruikt. Het is even experimenteren naar de juiste verhoudingen, maar er kan weinig fout gaan.
Nadat de Hydrofiber is uitgehard kan je met verf de ondergrond schilderen in een aardkleur en in de nog NATTE verf het gras “zaaien”, je doet het dus in stappen! Voor het gras gebruik ik een mengsel van Woodlands strooimateriaal. Meestal 2 delen lichtgroen (blended turf green T1349) met 1 deel donkergroen (weeds fine turf T1346), maar dat laat ik over aan jouw smaak. Rotspartijen schilder ik in diverse grijstinten, let wel de natuur is vaker grilliger als jouw fantasie. Afwerken met bomen en struiken en wat je verder erop gepland had.
Om het makkelijk uitneembaar te maken heb ik via een draadeind een dunne staaldraad als handvat gemaakt en verstopt tussen de bomen.
De gaasmethode.
Deze heb ik gebruikt om delen die niet uitneembaar hoeven te zijn van een glooiend landschap te voorzien.
Op de spanten wordt fijnmazig metaalgaas aangebracht en in vorm gebracht en bedekt met minimaal 3 lagen natgemaakt gipsverband (o.a. te verkrijgen bij Bol.com). Nadat dit is uitgehard volgt de afwerking zoals boven. De onderliggende rails wel goed afdekken.
De hardschuimmethode.
Deze methode heb ik samen met de gaasmethode gebruikt om toch de onderliggende rails bereikbaar te houden en is in feite gelijk aan de piepschuimethode.
Hardschuim heeft het voordeel dat het eenvoudig met een scherp broodmes grof of een (aardappelschil)mesje fijn te bewerken is en daarmee ook steile delen zoals rotsen gemaakt kunnen worden. Ook een priem kan daarbij goed gebruikt worden.
Hardschuim is verkrijgbaar in de bouwmarkt als isolatiemateriaal in verschillende diktes, vanwege de N-schaal heb ik gekozen voor een dikte van 2 cm. De hardschuimdelen kan je eenvoudig lijmen met houtlijm, wel een droogtijd van een dag aanhouden. Ontstane naden dicht je af met Allesvuller of Spackvuller bij rotspartijen. Spackvuller is een allesvuller vermengd met zand en geeft een korrelige structuur.
Naden tussen de onderlinge delen kan je afdekken met afwerklint zoals dat voor vitrage gebruikt wordt, je koopt het b.v. bij de Hema.
Ook hier weer afwerken zoals boven.
Doordat de naden afgedekt zijn met lint kun je een kleine ruimte tussen bak en spanten toepassen, zodat de delen eenvoudig uitneembaar zijn. Bij de piepschuimmethode heb ik dat niet gedaan, waardoor deze delen lastiger zijn te verwijderen. Al doende leert men.
Het is een wat bewerkelijke methode, maar hij bevalt mij het beste.
De villawijk:
Omdat dit deel van mijn modelbaan nogal breed is heb ik het middendeel als een losse module gemaakt dat als het nodig is verwijderd kan worden. Ook hier is gewerkt met hardschuim en het geheel is op de werkbank gebouwd.
Dit is de huidige stand van zaken met op de achtergrond het overige vlakke deel van “Tichelburg 1989”.
Voor- en nadelen van de methodes:
De piepschuimmethode:
Voordelen: licht en redelijk makkelijk bewerkbaar.
Nadelen: Gebruik van een hittedraad, afwerklaag van gips beperkt bewerkbaar, constructie maken om het gebruik ervan te beperken.
De gaasmethode:
Voordelen: licht en eenvoudig aan te leggen.
Nadelen: Geklieder met natgemaakt gipsverband, minder geschikt voor rotsen en/of bergen. Uitgehard gips breekt snel.
De hardschuimmethode:
Voordelen: licht en eenvoudig te bewerken, meer materiaal om bv. bomen in te steken,
Nadelen: Naden afdichten, constructie maken om het gebruik ervan te beperken.
Mijn conclusie:
Ze zijn allen bewerkelijk, maar uiteindelijk vind ik de hardschuimmethode het aantrekkelijkst.
Tekst en foto’s: Habbo Meester